Publications

Nick Boer

Haiku’s

Een reiger roerloos
voorbij het geduld dat passeert
nog vóór hij opvliegt
Nick Boer, Haiku's


Peter Verhaar

Catalogue Rotterdam Art Space, 1984

the hands
in my pocket
are like buckets
in an ocean
they sink
but they know
where they are

David Thomas

Peter Verhaar, catalogue


Marion Busch

My Name is Bobby

My name is Bobby, Marion Busch


De Nepal connectie

Chomrong (Nepal) 20.12.1997
At this date I made Marion my sister/Didi.
From now on I, Vishnu/Bhai will always
worship her. And Didi will worship Bhai.
From today we have the same blood.
Didi-Bhai

Het was 10 graden onder nul die ‘heilige’ nacht in Chomrong, Nepal, aan de voeten van het Himalayagebergte dat Vishnu mij in een hindoe ceremonie tot zijn zuster inwijdde.

De Nepal connectie, Marion BuschOp 16 december 1997 ontmoetten mijn vriendin Annelies en ik onze jonge Nepalese gids in Pokhara. Pokhara ligt 1100 m hoog, 160 km ten westen van Kathmandu en is omgeven door kristalheldere bergmeren en majestueuze bergreuzen. De volgende dag begon onze trektocht. Het werd direct een lange tocht van 8 uur over extreem stijle en smalle bergpaden en doorkruisen van wilde riviertjes. Soms hield het pad op en stonden wij voor een lange hangbrug te wachten tot de ezels er balancerend overheen gelopen waren. Dan waren wij aan de beurt. Vishnu volgde ons op de voet, om eventuele misstappen te ondervangen. Annelies en ik probeerden niet door de grote gaten omlaag te kijken op de razende rivier 10 m onder ons. Opgelucht zetten wij aan de overkant onze tocht voort, maar nu omhoogklimmend over stenen trappen die zich in bochten naar boven slingerden. De pauzes die wij namen moesten kort zijn om vóór zonsondergang de hut te bereiken. Bovendien daalde de temperatuur vanaf 6 uur ’s avonds abrupt.

De volgende dag vertrokken wij bij zonsopgang. Na 3 uur lopen langs gehuchtjes bereikten wij een klein met groen overwoekerd boeddhistisch tempeltje. Zwijgend keken we naar de berghellingen en hoogplateau’s omlijst door het witte bergmassief.

Een stem waaide mij plotseling aan. Was het Vishnu’s stem die mij vroeg of ik een zuster had? Of was het alleen maar de gedachte aan mijn te vroeg gestorven zusje?
Wandelende takken, manden hoog opgeladen gingen voorbij: boeren die hun producten vaak tientallen kilometers verderop naar de markt droegen.

Hun gezichten toonden de geplooide trekken van het landschap. Ze werken van zonsopgang tot zonsondergang en zaaiden en oogsten in volkomen harmonie met de sterren, de maan en de seizoenen, vertelde Vishnu. Ook Sherpa’s trokken langs, de taaie, volhardende begeleiders van Himalaya-expedities.

De volgende dag was Vishnu erg stil. Aangekomen bij een wild beekje hielp hij ons bij het balanceren over een tussen rotsen ingeklemde boomstam. Weer stevig op het pad lopend, Annelies was zoals zo vaak al een heel eind vooruit gelopen, vroeg hij mij aarzelend of ik zijn zuster wilde worden. Wat waren dan de voorwaarden, wilde ik weten. Er waren geen voorwaarden. Ik moest alleen instemmen met een hindoe-ceremonie. Een zuster stond in het hindoe geloof in hoger aanzien dan de broer. Ik was gerustgesteld en stemde in met de ceremonie die aan het eind van onze dagelijkse tocht zou moeten plaatsvinden. Tegen zonsondergang bereikten wij het dorpje Chomrong op 3000 m hoogte. Vanuit onze hut konden wij de pieken van de Machapuchara zien die gloeiend in z’n laatste zonnestralen uitstaken boven de subtropische jungle met bamboe, farens, rododendron en ontelbare soorten orchidëen. Om 8 uur ’s avonds zou het inwijdings-ceremonieel beginnen. Het enige waarvoor ik moest zorgen was een fles mineraalwater en 1 kaars (die lag er altijd in de hutten omdat er geen elektriciteit was).

Annelies zat gereed met de camera om het geheel te registreren. Maar Vishnu kwam niet opdagen. Ook was hij niet in zijn hut. Het was koud. In dekens gehuld zaten wij op hem te wachten. Een uur later klopte hij aan onze deur. Hij was 1 km of zo een moeilijke bergpas afgedaald op zoek naar een specifieke bloem die alleen s’ nachts bij volle maan te vinden was.

Hij had drie bloemen gevonden. Op een koperen offerschaal werden de blaadjes van één bloem gemengd met water en rijst. De schaduw van het kaarslicht reflecteerde Vishnu’s tengere gestalte op de kartonnen wand. Hij vroeg me op de bedrand te gaan zitten en de schoenen uit te doen. Dan goot hij water over mijn voeten om ze vervolgens 3 keer te kussen. Vervolgens richtte hij zich op, plakte het mengsel van rijst, water en bloem op mijn voorhoofd en stak 1 bloem achter mijn hoor. Ik deed hetzelfde bij hem en schoof de bloem onder zijn muts. Op een velletje papier hebben wij deze ceremonie tweemaal bezegeld als Didi en Bhai. Want van nu af aan hadden wij hetzelfde bloed.

Marion Busch, 1997